Al zo’n twee maanden worden wij door overmacht gedwongen om zoveel mogelijk binnen te blijven. Terwijl alles lonkt om juist nu naar buiten te gaan. De lente is in het land! De kleur schuift onze wereld weer in. De natuur staat op klappen! Het prachtige lentegroen, het niet in woorden te vangen blauw van de boshyacinten (wij noemen ze in Den Haag: blue bells), tulpen in alle kleuren van de regenboog. Vogels bereiden zich voor op nageslacht. Alles in de natuur is in beweging: de lente! En de mens zit binnen.

Maar – ik citeer Johan Cruijff –  elk nadeel heb z’n voordeel.

Van buiten naar binnen. Wat als we daar eens ons voordeel mee doen? Laten we het eens vanuit een ander perspectief bekijken. In plaats van naar buiten te kijken, kijken we naar binnen. Bij ons zelf. Naar dat wat er zich binnen in ons afspeelt. Is dat trouwens niet waar al onze levensverhalen zich sowieso afspelen? In ons zelf. In ons denken. Als gedachten. Hoe vreemd dit ook klinkt. We hebben nu alle tijd om daar over na te denken. We zitten toch binnen. Als je dan ook nog eens jouw eigen luiken sluit (lees: je zintuigen afsluit van de buitenwereld; ogen dicht, telefoon uit, laptop ver buiten bereik) ervaar je wat er zich binnen in jou afspeelt.

Dan realiseer je je dat er geen verschil is tussen buiten of binnen. Dat dat wat we als ‘buiten’ ervaren, in wezen altijd bìnnen ervaren wordt. Namelijk als gedachte(n). En het bijzondere is ook nog eens dat wij mensen onze gedachten kunnen vormen zoals wij dat wensen. Ik kan kiezen wat ik denk. Hoezeer ‘buiten’ mij ook iets lijkt op te leggen, ik bepaal hoe ik ‘buiten’ binnen, in mij ervaar. Ik bepaal of ik ‘buiten’ laat bepalen wat ik denk. Voor dat laatste te kiezen – ‘buiten’ laten bepalen wat ik denk – vind ik persoonlijk stom. Met name als ik dat wat ‘buiten’ vereist niet prettig vindt.

Dus als ‘buiten’ ons (volledig terecht overigens!) oplegt om binnen te blijven, kan ik kiezen om in mij, binnen in mij, in mijn denken, gewoon, lekker naar buiten te gaan. Heerlijk naar mijn buiten, vanuit mijn eigenste binnen. Hoe fijn is dat. Van niets of niemand afhankelijk zijn. Ik kleur de kleuren in die ik mooi vindt. Ik bewandel of befiets of berijd alle paden waarop ik mij wil begeven. Ik geniet op mijn manier. Met de zon in mijn gezicht, de wind in mijn haren en een glimlach van oor tot oor. En de wereld, mijn wereld, lacht me toe. En ik lach de wereld toe. En ik bezoek alle ouderen in alle zorgcentra. Ik zit naast alle zieken en wanhopigen en houd hun handen vast. En dat mag. En dat kan. Binnen in mij mag en kan alles! En ik weet zeker dat het genot dat ik dan ervaar, dat dat gevoel de wereld in vliegt. Naar daar waar het nodig is. Gevoel kent geen grenzen. Ik blijf binnen! U ook?